1 Ondernemend en duurzaam Velsen
Uitgangspunten en context voor dit programma
Uitgangspunten
Niet alleen het Velsen van nu is onze verantwoordelijkheid; wij zijn ook verantwoordelijk voor het Velsen dat wij door willen geven aan onze kinderen en kleinkinderen. Soms zijn daarvoor plannen met een ‘lange adem’ nodig. Juist daarom vindt het college continue aandacht voor duurzaamheid van de samenleving noodzakelijk. Het college vervult hierbij een voorwaardenscheppende, faciliterende, stimulerende en verbindende rol.
Velsen wil een economie die zich dynamisch, kennisrijk en innovatief ontwikkelt. Daarom kiest het college voor investeringen binnen dit programma waarbij de ondernemer duurzaam zorgt voor innovatie, nieuwe investeringen en werkgelegenheid.
Context
In de Strategische Agenda 2020 wordt naar een duurzame gemeente gestreefd. Duurzaamheid wordt een algemene kernwaarde in de lokale samenleving. De gemeente loopt hierin voorop en wil in 2030 een energie-neutrale organisatie zijn. Het verduurzamen van bestaande bouw moet versnellen. We stimuleren bedrijven om schoon te produceren en efficiënt met energie en grondstoffen om te gaan. Het is vanzelfsprekend aan het worden dat bedrijven duurzaam ondernemen. Milieueffecten beperken zich niet tot de gemeentegrenzen. Daarom is het van belang beleid en uitvoering (boven)regionaal af te stemmen. Het onderbrengen van de milieutaken bij de Omgevingsdienst IJmond levert hieraan een bijdrage.
Het algehele beeld van de economie in Nederland wordt geleidelijk beter. Het consumentenvertrouwen neemt toe en mensen geven meer geld uit. Dat merkt ook de detailhandel, Maar toch blijft de detailhandel in Velsen kwetsbaar door structurele verandering van koopgedrag en winkelen via internet.
De Nederlandse maakindustrie zit in de lift. Voldoende instroom van goed gekwalificeerd personeel blijft een belangrijk aandachtspunt voor de toekomstige concurrentiepositie van de sector.
Tata Steel IJmuiden heeft het de afgelopen jaren relatief goed gedaan ondanks dumping van Chinees staal in Europa en minder vraag naar staal. Momenteel zijn de marktomstandigheden voor Tata IJmuiden ook zeer lastig door terugval in de Duitse auto-industrie en Amerikaanse importheffingen.
Tata Steel profileert zich als duurzaam ondernemer door windenergie toe te passen, hergebruik van secundaire grondstoffen en CO2-armer te produceren.
De situatie in de (gas/olie) offshore is zeer zorgelijk. De snelle terugval van de olieprijs leidde tot grote saneringen en bezuinigingen. Bedrijven die boren naar olie en gas hebben minder opdrachten. Dat heeft effect op de bedrijven in Velsen en specifiek IJmuiden, dat sterk is in service en onderhoud voor deze sector. In de Offshore Wind sector doen zich echter grote kansen voor door de ontwikkeling van enkele grote windparken voor de Nederlandse kust.
In de visserij blijft het goed gaan. De aanvoer op de visveiling in IJmuiden blijft stijgen. Ook het pelagische cluster ( vis uit zeeën en oceanen) in IJmuiden weet zijn positie te versterken.
Het toerisme groeit sterk wereldwijd en blijft naar verwachting groeien. Deze groei zet zich ook door in Amsterdam en de regio. Het gebruik van de ferry naar Newcastle groeit, zowel qua passagiers als qua vracht. De verwachting is dat grotere schepen zullen worden ingezet om met name de groeiende vraag van goederentransport op te vangen.
In het Nationaal Energieakkoord (NEA) 2013-2020 staan breed-gedragen afspraken over energiebesparing en schone technologie. In 2020 moet 14% van het energieverbruik duurzaam worden opgewekt en in 2050 moet de bestaande bouw energie-neutraal en aardgasvrij zijn. Uitvoering van de afspraken moet resulteren in een betaalbare en schone energievoorziening, werkgelegenheid en kansen voor Nederland in de schone technologiemarkten.
Het landelijk Klimaatakkoord komt bovenop het NEA. In 2030 moet een besparing van 49% CO2 worden behaald t.o.v. de uitstoot aan CO2 in 1990. Alle sectoren in de maatschappij (overheden, bedrijven, woningbouwcorporaties, woningeigenaren, vervoersorganisaties, etc.) moeten een bijdrage leveren aan deze doelstelling. Het landelijk klimaatakkoord betekent een versnelling van de energietransitie.
Verder streeft het Rijk met het programma ‘Nederland Circulair in 2050’ naar een ombuiging van de economie in een duurzaam gedreven, volledig circulaire economie in 2050. In 2030 moet er verder sprake zijn van 50% minder verbruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen). Het Rijk streeft met het programma Van Afval Naar Grondstof naar 75% scheiding van het huishoudelijke afval in 2020 en 100 kg restafval per inwoner per jaar en 30 kg per inwoner in 2025.